Als aanloop naar mijn 60ste verjaardag tracteerde ik mezelf vorige week alvast op gouden klapcreolen. Van de lommerd, dus duurzaam en vintage in één klap. In het kader van ontspullen leverde ik meteen maar die ergens diep in een lade braaf bewaarde overtollige ringen in, en dat luchtte verbazend lekker op. Weg valse beloftes! Nooit gedacht dat jezelf je eigen miskleunen vergeven zo simpel zou zijn.
Of ik nog plannen had voor de grote dag, wilden de dames van me weten terwijl ze vrolijk speculeerden over een gênante surpriseparty met een van de olie glimmende – daar zou ik dan voor verantwoordelijk zijn – vleselijke geneugten-dansact. Maar ik wenste mezelf vooral een lekker rustig dagje toe. Nou, dat heb ik geweten.
Er staat nu ergens een Zweeds taartje voor me klaar en ik mag ook gratis een smeuïge tompouce ophalen. En eigenlijk had ik vandaag willen zwieren en zwaaien op de schaatsbaan, nu het nog kan. Maar de naweeën van een recente voedselvergiftiging – zo eentje die je met liefde je ergste vijand toewenst – maken dat ik allang blij ben met mijn slappe dwijlbenen niet steeds uit mijn slome sloffen te schieten. En aan wat voor lekkers dan ook moet ik niet eens dénken. Voor de rest van mijn leven ben ik sowieso stante pede en onverbiddelijk vegetariër geworden. Er komt hier zelfs geen vegaworst meer in!
Wordt dit toch nog een verjaardag om niet snel te vergeten. Zonder eerst in één keer alle kaarsjes uit te blazen.