Afgedankte meerpalenmake-over? Lokale stoomboot van Sinterklaas in wording? Sympathieke PR-stunt van/voor coronagedupeerde horeca? Hmmmmm.
Of je worst lust
25 novHet telefoonnummer herken ik niet. En hoewel ik sta te koken neem ik toch op. Je weet maar nooit. Dat zou je ook nieuwsgierigheid kunnen noemen. Ik hoor ‘verzekering’ en denk ‘daar gaan we weer’. De naam is niet die van mijn vaste zorgverzekeraar.
Dat blijkt te kloppen. Iets met ‘zorgplicht’ is de reden dat ik word nagebeld. ‘Nou, u hoort het vast al: ik leef nog, hoor!’, stel ik de uitvaartverzekeringsdame snel gerust. En stamp stevig door: we eten hutspot.
Niet naar de haaien
24 novWie met prepensioen is doet niet veel anders meer dan ‘leuke dingen‘. Zo gaan wij wekelijks naar de koeien – om loeiverse dikke yoghurt in te slaan. En eigenlijk best covidonverantwoord vaak naar de paarden – om ver van huis en haard op een huifbed rondjes te rijden. Daar hoorde ik laatst dat één paard uit de stal extreem veel ontwormd moet worden. Dat nam ik toen voor kennisgeving aan. Van paarden weet ik helemaal niets.
Maar sinds een makkelijk beïnvloedbare, bevriende basisarts haar diensten aanbood in geval van een onverhoopte covid-19 besmetting, door middel van kennelijk altijd goed werkende, edoch niet zo reguliere medicatie, hoor ik er bij nader inzien mogelijk toch een verborgen boodschap in: psst, coronahuismiddeltje kopen?
Over dat paardenontwormingsmiddel had ik inderdaad al eens iets gelezen: dat het bij mensen orgaanschade kan aanrichten, dat daarom as we speak dubbelblind onderzoek wordt gedaan. Dat we paard noch koe zijn, dat ik weinig op heb met kortzichtige overtuigingen en sowieso meer ben van het voorkomen dan het genezen had ze toch moeten weten?
Zouden antivaxers zich nou wel of juist niet laten tatoeëren met soms giftige inkten?, bedacht ik me. Wel of nooit van z’n leven lipfillers nemen? Voor of tegen siliconen borstimplantaten zijn? Of is dit appels met peren vergelijken?
Naar de haaien gingen we tot nog toe niet.
Chef-corona
22 nov‘Doe maar niet’, zei ik zonder enige aarzeling. ‘In verband met corona, je weet toch?’ De vrolijke voorbijganger bedoelde het heus goed. En oké, we stonden daar in de frisse buitenlucht. Maar deze buitenstaander bracht zijn gezicht wel héél dicht bij dat van m’n – totaal in zijn muziek opgaande – rolstoeler. Hem daarbij kameraadschappelijk vastpakkend. Jolig aan zijn arm schuddend.
Mijn zoon reageerde niet. Nergens op. Die heeft niet altijd zin in een gezellig praatje. En weglopen is voor hem dan geen optie.
‘Corona? Ik ben chef-kok, dan heb je toch zeker geen corona!’. Dat wist ik natuurlijk niet. ‘Misschien word ik dan ook maar chef-kok’, riep ik hem nog vredelievend na.
Tolerant Nederland
21 novHet is al lang geleden dat de fameuze Hollandse tolerantie internationaal in opspraak kwam. Het zou veel eerder getuigen van onverschilligheid, dan echt verdraagzaamheid uitdragen. Dat was destijds voor mij nogal een eyeopener. Zo had ik het nog nooit bekeken. Maar vanaf dan zou ik mijn verantwoordelijkheid nemen en me wél uitspreken als ik nonchalance, of andere misstanden tegenkwam. Hoe vervelend ik dat ook vond. In plaats van me gemakshalve zwijgend met mijn eigen zaken te blijven bemoeien.
Dat werd me natuurlijk niet altijd in dank afgenomen. Deels vanwege de ervaren vertrouwensbreuk: ‘ik dacht dat jij niet moeilijk was!’. Deels omdat een kritische kanttekening over het algemeen, en bij mensen met al dan niet vermeende macht in het bijzonder, doorgaans bar slecht valt. De aanval-is-de-beste-verdediging is dan kennelijk snel gemaakt. Soms hilarisch genoeg in de vorm van psychologische projectie – ‘Je bent nog niets veranderd’. Zoiets houdt het dan toch leuk.
Dat moet ook, want mijn missie houdt voorlopig niet op. Een transparante, eerlijker samenleving is nog steeds ver weg. Maar alle kleine beetjes helpen. Ook die speldenprikjes van mij – zal ik dat even voor u opruimen? Dat ‘anderen’ iets ook wel/niet doen laat me weliswaar onverschillig, misleiding en misbruik van vertrouwen niet.
Soms blijkt er simpel sprake van een mysterieuze systeemfout. Daarover zou je samen een filosofische boom kunnen opzetten – wordt techniek de mens nog eens de baas? Nou houd ik wel van een gelijkwaardige gedachte-uitwisseling met desnoods een beetje mysterie. En ik kan er de lol best van inzien als iemand zich achter een technisch systeem verschuilt – dat altijd gelijk heeft. Mij krijg je niet snel meer op de kast.
Die ene, enige keer dat ik ten einde raad een hulplijn belde klonk de dienstdoende crisisopvanger ongeveer zoals in die mayday-mayday-we-are-sinking-reclame: alsof het zijn allereerst oproep was. ’s Mans onhandigheid droop zowat uit de telefoonhoorn – dit speelde zich af in de tijd van vuistdikke papieren telefoonboeken en besnoerde draaischijftelefoons in hippe kleuren, in de jaren tachtig van de vorige eeuw, toen die hele communicatiecommercial nog moest worden uitgevonden en ik net afgestudeerd was. Het gestuntel van de goede man was precies wat ik nodig had om bij mijn positieven te komen. Daarvoor heb ik hem oprecht heel hartelijk bedankt. Hem enigszins verbouwereerd aan zijn lot overlatend.
Daarom!
14 novOnderweg naar huis luisterde ik met een half oor naar de radio, die standaard op een praatzender staat afgestemd zodat ik gegarandeerd gevrijwaard blijf van geestdodende beats en nietszeggend liedjes. Het ging over de situatie aan de Poolse grens. De door Wit-Rusland gecreëerde humanitaire ramp aldaar. De stemmen klonken afwisselend geforceerd zalvend – een strategisch aangeleerde vaardigheid? – en heftig verontwaardigd: ‘Waarom moeten wij daar wat aan doen?’. Van dat laatste schoot ik ondanks alles in de lach. Maar toen niemand de stampvoetende dreumes bleek te corrigeren was de lol er meteen weer vanaf. Wat was dit voor laffe club?
Er kwam een moment dat de voorstander van ingrijpen – we mogen deze mensen niet aan hun lot overgelaten – bijna hoorbaar van zijn stuk was gebracht en even naar weerwoorden moest zoeken: toen dat wat hij kennelijk eerst nog vriendschappelijk verkoos te negeren zich onbekommerd bleek te kunnen herhalen. Het tot op het bot verwende ‘Waarom mogen zij dat dan wel?’ was allang niet meer alleen maar behoorlijk gênant. Het was een blamage voor de hele groep. Voor mannen in het algemeen en het geselecteerde radiogezelschap in het bijzonder. De man die uit humaniteit zijn in de val gelokte medemens wil helpen – in plaats van op te offeren aan principes: weigeren te zwichten voor manipulatieve dictators – maakte zich er desondanks vanaf met een flauwe kuldraai. Hij nam het heus niet op voor Loekasjenko of zo – ja, nee, duh.
‘Waarom moeten wij wél dicht en zij niet?’ De horeca heeft het nu onmiskenbaar zwaar te verduren in de eindeloos lijkende bestrijding van de coronapandemie. De zorg evenzo, zo niet nog vele malen zwaarder. Toch hoor je daar vandaan eigenlijk alleen alarmerende signalen in het algemeen belang: dat als er coronazieken blijven komen, de hele hulpverlening straks als een kaartenhuis instort. Dat in al onze ziekenhuizen een collectieve burn-out dreigt.
Mijn halve oor moet even hebben afgehaakt, want het volgende moment zit ik middenin een zelfhulpboekbespreking. Een vrouw die haar ‘vinnige stemmetje’ – waarmee ze uiteindelijk alleen maar verder van haar doel af raakt – gekscherend Griezelina noemde had mijn aandacht weer gewekt – uiteraard zonder die voor mijn medeweggebruikers te deleten, daar ben ik vrouw voor. Ze had de laagdrempelige methode uit het betreffende boek om valse – help! ik kom tekort! – overtuigingen te tackelen toegepast en was zo te horen – haar stem klonk in vrede met zichzelf – een gelukkiger, beter mens geworden. Rijker sowieso: zelfkennis is net als gezondheid onbetaalbaar.
vondst van de dag – van iemand anders
1 novIn een ver verleden vermaakte ik gevonden stoelen. Zo ontstond na verloop van tijd De Stoelenparade: een bonte verzameling unieke zitelementen. Ooit stonden die in de hal van de Centrale Bibliotheek ten toon gesteld. Zo ook de Terrariumstoel (uit vermoedelijk 2006).
Vandaag ging de kogel door de kerk. Het lang gekoesterde collectors item moest de deur nu maar eens uit. Op de valreep schoot ik nog wat kiekjes op locatie. Toen we terugkwamen van een verfrissende wandeling was ie weg.