Het ooit onder ouderlijke dwang aangeschafte zogezegd antieke meubelstuk dat doe-het-nou-maar met de tijd alleen maar méér waard zou worden is mijn smaak nooit geweest. Maar goed, het ging tenslotte niet om een man-met-geld die mijn toekomst moest veiligstellen, dus who cares? Met het quasi notenhouten fineer is ook eigenlijk niets mis. Het is de opsmuk die alles verpest. Ik houd niet zo van ‘mooi’. En ik word niet blij van ‘duur’. Toch mocht het kastje al die jaren blijven. Met lades heb ik altijd wat gehad.
Dat begon denk ik op de kleuterschool. Van lege lucifersdoosjes een ladekastje knutselen was het allerfijnste dat er bestond. Dagenlang was ik erdoor in hogere sferen. Tot geen van de knoppen die ik ervoor uitvond het daadwerkelijk naar behoren deed.
Geef een reactie