De laatste maanden voor corona kreeg ik steeds sterker het ongemakkelijke gevoel in een nieuwe serie afleveringen van Het geheime dagboek van Hendrik Groen te zijn beland. De dagbesteding van mijn zoon was, van het warm glanzende pareltje dat het tot pakweg 2008 nog was, langzaamaan verworden tot, tja, eigenlijk niet veel meer dan een veredelde parking voor rolstoelgebruikers, als je het goed beschouwde – maar wie, in welke afhankelijke positie dan ook, durft dat nou?
De ooit zo deugdelijk opgeleide groepsleiding, met een hoog invoelingsvermogen én het hart op de juiste zorghoogte, was om onoverkomelijke economische redenen allang en breed vervangen door steeds – en vlot – wisselende zorgleerlingen en stagiaires. Met alle vervelende, logische gevolgen voor hun kwetsbare, juist in de relatieve veiligheid van vertrouwde gezichten goed gedijende doelgroep. Terwijl tegelijkertijd eventueel idealisme – de zorgafhankelijke medemens dienstbaar zijn – bij veelbelovende leerlingen welhaast sadistisch de kop leek te worden ingedrukt.
Sowieso was samenwerking met het ervaringsdeskundige thuisfront sinds de laatste old school vakkracht haar heil dan maar elders zocht inmiddels not done. En bleek communicatie een kwestie van eenrichtingsverkeer geworden, evenals verantwoordelijkheid handig afschuiven een door het management kennelijk gewaardeerde kernvaardigheid. Om moedeloos van te worden.
Vaak genoeg heb ik op het punt gestaan de stekker er radicaal doch resoluut uit te trekken. Maar mijn volwassen EMB-zoon voor onbepaalde tijd thuis bezig zien te houden leek me nog onmogelijker dan hem daar en onder die – onverschillige? respectloze? badinerende? dehumaniserende? – uitzichtloze omstandigheden zijn tijd van leven verder te laten verdoen. Met recht een duivels dilemma.
En toen kwam corona.
In Zweden werd coronabeheersing aanvankelijk vooral gezien als een kwestie van ieders eigen verantwoordelijkheid. Waardoor valide levens er zo normaal mogelijk doorgingen, terwijl met name zorgafhankelijke ouderen, in schrikbarend hoog tempo het loodje legden. Wat bleek: in Zweedse verzorgingshuizen wordt net als hier veel gebruik gemaakt van stagiaires en anderszins beperkt opgeleid, gratis personeel. Bingo.
In Nederland hadden die in februari, toen corona nog vrij ver van ons warme bedje was, eindelijk én luid en duidelijk aan de bel getrokken over de onverantwoordelijk grote verantwoordelijkheden waarmee zorgleerlingen, zo nodig vanaf dag één op hun onbezoldigde stageplek, stelselmatig worden opgezadeld. Hun gedurfde keus om niet langer lijdzaam te zwijgen had me weer moed gegeven. Verandering was nabij!
Dat klopte. Alleen wel een beetje anders dan voorzien. En fulltime mantelzorgen bleek in de praktijk toch lang zo zwaar niet als non stop iemands gebroken hart zien op te lappen.
Zo zie je maar. Soms moet je op jezelf durven vertrouwen en tegen beter weten in actie ondernemen. En soms hoef je alleen maar geduldig af te wachten. Komt alles uiteindelijk vanzelf een keer goed. Dáár is dan weer geen woord Chinees bij.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Tags: antisociaal, corona, coronacrisis, dat zou ik zelf nou nooit doen, dienstbaarheid, duivels dilemma, economische crisis, eigen verantwoordelijkheid, EMCG, empathie, gratis personeel, idealisme, intergriteit, lockdown, mantelzorger, rolstoeler, stagaires, zorg 2.0, zorgleerlingen, zorgvernieuwing