Toen het vorige maand dan eindelijk lukte een avondje uit in te plannen stond er ineens een andere chef-kok in de keuken van Mevrouw Meijer. En dat niet alleen: meneer Meijer bleek de boel nèt van de hand te hebben gedaan – slik. De verzekering dat ‘alles verder hetzelfde zou blijven’ ging diezelfde avond meteen al onderuit: alles zag er inderdaad nog precies zo no nonsense uit als ik me herinnerde en we hebben ook heus weer heerlijk gegeten, ik voelde me er alleen helemaal niet meer zo thuis. Zelfs het amicale familiegezelschap naast ons kon niet verhinderen dat ik de hele tijd het gevoel bleef houden bij iemands preutse peettante op bezoek te zijn. Zo een die met haar blik zowel afkeur als welwillendheid weet uit te drukken. Die quasi toevallig nèt wegloopt als je een keus hebt kunnen maken en wilt bestellen, en wiens wijnadvies eruit bestaat haar keus meteen maar voor je in te schenken. Het was kortom bij lange na niet meer zo ongedwongen en ontspannen in mijn favoriete restaurant. En dat doet toch iets met je smaakpapillen.
Op zoek naar een nieuwe ‘alle 13 goed’-eetstek reserveerde ik deze keer iets in het Scheepvaartkwartier waarvan ik jaren terug voor mijn verjaardag een tegoedbon kreeg. Meneer Meijer zou daar kennelijk ook graag eten, dus veel kon er niet misgaan – zolang ze in de tussentijd niet ook waren overgenomen dan, grapten we nog quasi sarcastisch. De locatie kon ik blind vinden. En een krijtbord in de entree heette me bekend ogend welkom – maar eenmaal binnen leek er ondertussen toch flink te zijn verbouwd. Dat klopte: de boel was onlangs overgenomen (oei…) en helemaal gerenoveerd. Dat mijn reservering nergens was te vinden gaf niets, er was nog plek! 4 Linda lookalikes bij het raam met gelikt uitzicht maakten luidruchtig foto’s van zichzelf en om op adem te komen bestelde ik alvast maar een grote fles water, terwijl ik uit de zwierige letters in spiegelbeeld het beoogde ‘Zinc’ probeerde te ontcijferen. Toen dat echt geen doen bleek sms’te ik inmiddels bijna wanhopig: waar blijf je? – maar eigenlijk wilde ik het liefst weg.
Mijn verjaardagswens werd vrijwel onmiddellijk verhoord. Er werd – de uiterst beleefde ober die me mijn niet meer zo trendy jas zonder morren teruggaf raadde het in één keer goed – een stukje verderop, om de hoek, al een poosje op mij gewacht. Die avond proefden we op stoeltjes die ik zelf als student ook ooit bezat van heerlijke, eerlijke kost waarbij je je vingers en bord wilt aflikken en dat gerust ook kunt doen. De eigenaar had recentelijk zijn broer uitgekocht. Zij hadden de zaak ooit samen van hun ouders overgenomen. Die hebben nu een vislokaal op de Kaap. Maar eerst zaten ze om de hoek, even verderop, toen het daar nog Z&M heette. Met de Z van Zinc – dus heel ver zat ik er niet naast.