1) Een tientje ligt goed zichtbaar op de toonbank als een bloemenverkoopster wisselgeld uittelt. ‘Drie’, zegt ze bedachtzaam, terwijl ze 50 cent in een handpalm drukt. Dan pakt ze een ander muntstuk: ‘Vier’. Vervolgens reikt ze verrassend vlot een briefje aan. Klantvriendelijk lachend: ‘Vijf!’. Inderdaad betreft het duidelijk een briefje van vijf euro, maar de nieuwe eigenaar van een pot hyacinten is niet onder de indruk. Met een achteloos ‘sorry’ komt die laatste euromunt wisselgeld geroutineerd alsnog uit de kassalade. Boeien.
2) Het stroomdraadje van een gezamenlijke portieklamp gaat onmiskenbaar bij iemands huisdeur naar binnen. Toch wordt de jaarlijkse VvE-vergoeding voor levering privéstroom zwart op wit al jaren bij buren bijgeschreven. Zij zien daar al evenmin iets van. Maar ja, die portieklamp brandt toch niet meer.
3) Een VvE-commissie houdt een spoedberaad. Een kwart van de commissieleden wordt nergens bij betrokken. Een kwart doet alleen voor spek en bonen mee. De helft laat zich gemakkelijk voor iemands karretje spannen. Uit hoeveel door de ALV rechtmatig gekozen leden bestaat de commissie?
4) Een klant die op bevelende toon haar voedingswensen kenbaar maakt is duidelijk met het Verkeerde been uit haar biologische bed gestapt. Een rolstoeler trekt zich daar, net als de enthousiast doorzingende uitbaatster niets van aan en lacht aanstekelijk als altijd om het lied van Purcell vol bubbling en splashing waarop hij traditioneel wordt getrakteerd. Als kers op de zuurpruimtaart wordt hem nors nog tevergeefs gevraagd of hij soms boos is. Tja, lachen kan ‘ie dan wel als de beste, terug praten never nooit niet.