vaartuig van een andere dag
Tags: aspirant schipper, beunschip, binnenvaart, C&A, deksman, Delfhavense Schie, dienstboekje, lichtmatroos, omscholing, schipper, vaartijd, zandschip
Met je kersverse aspirant schipper diploma voor het eerst op een binnenvaartschip met twee volstrekt onbekende gepokt en gemazelde bemanningsleden meevaren en de hele reis naar de Maasvlakte en weer terug naar Delfshaven lang volledig van de rest van de wereld zijn afgesneden, geeft een dame van zekere leeftijd toch onzekerheden die vooraf niet helemaal konden worden bevroed. Maar het ging eenmaal aan boord eigenlijk meteen goed: de stuurhut stond niet blauw van de rook, er was in de wijde omgeving geen krat bier te bekennen en de heren Lodder en De Bruin bleken gezegend met een quasi vilein gevoel voor humor dat je scherp en alert houdt. Eenmaal in de buurt van het Quarantaineterrein ten westen van Heyplaat viel alle onnodige spanning dan definitief van me af. Want zeg nou zelf, als je dezelfde vrienden hebt zit je toch per definitie goed?
In aanloop naar het Quarantaine Kunst Fest 1 september ging ik vandaag – terug van lang weggeweest – op bezoek bij Kettie en Loek. Alsof het gisteren was, maar dan met hier en daar meer lijntjes.
Indien je als lichtmatroos alle dagen dat je althans sterk het gevoel hebt te varen óók in je dienstboekje zou mogen schrijven, schoot het met mijn vaartijd nu best lekker op! Want wat dinsdagmorgen begon als een plots opkomende zware storm bij heldere hemel (tip 1: ga zo diep mogelijk in het schip met gesloten ogen liggen en verroer je niet) was na een dag geluwd tot ‘slechts’ een stevige zeedeining (tip 2: houd je bij verplaatsing steeds goed vast aan reling of mast en vermijd windkracht 5 en hoger) – maar dan aan wal.
Inmiddels is de pseudostorm zowat helemaal gaan liggen en kabbelt de vloer bijna lieflijk kalm langs beide benen waarop ik weer vrij stevig sta. Het geheim schuilt in een simpele spray: aanmoedigingscadeautje van de old school kno-arts die degelijk onderzoek voorstaat (tip 3: luister goed naar je schipper/kapitein en stel beter geen onnodige vragen). Een reddingsvest is voorlopig overigens nog wel geboden – maar ach: een kniesoor die daar op let!
Het hele jaar door speelt het wel in je achterhoofd, hoor. Maar zodra je dienstboekje weer is afgestempeld wordt hoe je ervoor staat officieel – en ga je uitrekenen hoe lang het nog duurt.
Bij mij valt het vaardagentelmoment in de herfst. En er valt inmiddels een stijgende lijn te bespeuren. Nog maar 369 praktijkdagen en ik mag op voor het één na laatste examen.
Dat is denk ik net lang genoeg om routine op te kunnen bouwen.
foto’s: Piet de B. / Willem L.
Een schipper in opleiding
De Parksluis is vanuit hier best een handige plek om snel even iets aan een schipper te vragen: op de fiets ben je er zo en de schuttende schipper hoeft niet speciaal voor je aan te leggen. Je kunt er trouwens ook goed op- en afstappen, mocht je een traject mogen meevaren. In dit geval moest ik dat laatste alleen nog wel even kunnen aantonen. Want elke dag minder van de benodigde 720 is er toch weer eentje dichter bij (eind)examens Navigatie1+2!
Sinds gisteravond kan ik officieel een drukverbandje aanleggen, je soepel in een stabiele zijlig brengen en in geval van nood met borstcompressies, mond-op-mondbeademing (en een eventueel snel aangerukt defibrileerapparaat) je leven redden. Voor de partners van beide bemanningsleden van zekere leeftijd waarmee ik regelmatig op een binnenvaartschip richting Maasvlakte vaar, vermoedelijk best een pak van hun hart. Afhankelijk van de hoeveelheid thuis doorvertelde blunders mijnerzijds, wellicht ook volstrekt niet. Gelukkig heb ik mijn marifooncertificaat al wat langer op zak. En met mayday-mayday-mayday heb ik weliswaar nog niet in de praktijk geoefend (én hoewel ik me vanmiddag bij een van de brugwachters nogal klunzig versprak terwijl iedereen in sector 22 heeft kunnen meeluisteren): heel veel sukkeliger dan deze trainee kan ik het met geen mogelijkheid doen.