In de supermarkt waar we maar zelden komen werd ik onverwachts overvallen door een craving.
Niet helemaal bij toverslag, want er zo’n beetje links en rechts rondsnuffelend spotten we natuurlijk vanzelf wel een keer de potten cornichons. Daar kon je op wachten. En die lachten me nog net niet letterlijk toe: doe maar meteen drie!
Nochtans ben ik al net zo min zwanger als vies van m’n eigen intuïtie.
Een veel te groot deel van deze niet doordeweekse dag werd in beslag genomen door veels te veel tijd en aandacht zuigend gedoe: iemands menselijke foutje rechtzetten, in het algemeen belang een consumentenmelding doen, gratis opbouwende feedback formuleren en broeden op de beste methode om een badinerende benadering te ontzenuwen – zeg je dat zo?
Ik houd er wel van om te oefenen in dingen die me eigenlijk enorm tegenstaan. De voldoening wordt er alleen maar groter door als het je desondanks lukt precies de goede toon te vinden. Voor mij betekent dit doorgaans: de nuchtere feiten vaststellen; ze overzichtelijk op een rijtje zetten; en vervolgens met een luchtig verrassingselement de ontvanger rücksichtslos van de sokken blazen – en in een moeite door mijn analyse bekrachtigen. Pure kunst, al zeg ik het zelf.
Wie veel positieve energie op zich gericht krijgt, voelt zich ‘gedragen’, las ik ergens.
Bewonersinitiatief Ketels aan de Kade heeft ook dit jaar voldoende subsidie weten binnen te harken, las ik in de nieuwsbrief vol wijknieuws waarop ik me onlangs abonneerde. Dit driedaags festival in het hart van Historisch Delfshaven vindt plaats in het weekend van 5, 6 en 7 augustus.
Op vrijdagavond staan de wijk en zijn/haar/hun bewoners centraal. Dat wordt lachen, zingen, hossen!
Minder kostbare initiatieven met een maximaal benodigd budget van 2500 euro kunnen eveneens bij de gemeente worden ingediend.
Omgevallen boom- Sebastiaan
Geïnspireerd door de optelsom van onder meer racende flitsbezorgers op de stoep en daar en elders eigenzinnig geparkeerde automobielen en deelscooters, ontwikkelde ik zelf ook meteen maar een levensvatbaar idee. Denk aan: pakkende slogan, op herbruikbare stickers.
Anonieme deelscooters zijn meestal van ver te herkennen. Zo stond er hier vandaag de hele morgen en het grootste deel van de middag eentje pontificaal midden op de stoep. Daarbij aan of naast een hele rits fietsnietjes eerder al in grote getale geparkeerde stadsfietsen hinderlijk blokkerend als kers op de ik-heb-toch-zeker-netjes-betaald aso-logicataart. Het is dat onze bestelde fietshelmen niet al eerder op de dag arriveerden, anders was de verleiding het hebbeding maar gewoon te laten wegslepen groter geweest dan die om het al wachtend op de vertraagde pakketbezorger in me opgekomen actieplan meteen maar eventjes uit te voeren ook.
U staat
hier goed
in de weg
schreef ik op zo’n geel zelfklevend memoblaadje. En met twee strookjes plakband maakte ik het eerste prototype van wat ik al helemaal voor me zag simpel doch doeltreffend af.
Niets effectiever dan mensen verleiden om gewoon even zelf rustig na te denken. Anderen lopen vertellen wat ze moeten doen laat ik over aan de onzekere types die het ongetwijfeld al hun leven lang zijn.
Dat humor helpt relativeren en dat – tegen wil en dank – in de lach schieten helpt ontspannen, is een voldongen feit waar niet iedereen mee lijkt te kunnen dealen. Het leven moet, coute que coute, voor deze, vermoedelijk verminderd vrijgevochten zielen per se serieus genomen worden. Iets met controledrang en angst voor het onbekende? Moeite met groeien?
‘Recht is recht en krom is krom! – en moet tot in de eeuwigheid zo blijven.’ De verkapte angst druipt er vanaf en raakt bijna een gevoelige compassiesnaar.
Om, eindeloos herhaalde, bezwerende toverspreuken te kunnen ontmaskeren moet je kennelijk zelf eerst heel veel mooipraterij, manipulatie, misleiding, gestook, laster en list en bedrog met succes hebben doorstaan – was dat niet een wet van Meden en Perzen? Wat verkondigde Confucius in 500 voor Christus ook alweer? O, ja: ‘Iemands gevoel voor humor is een afspiegeling van zijn inzicht in het leven’. – En what doesn’t kill you (tegenwerking, hoon, bedrog) makes you stronger. Je weet toch.
stilleven met lichtpijpje, fossiele schelp, ingestraald water en goudreinet – what doesn’t kill you makers you stronger, je weet toch
Het IFFR is in volle gang. De eerste dagen zag ik al 2 horrorfilms en 1 liefdesdrama. Toen werd het weekend en had ik het te druk met belangrijker zaken: mijn zoon, mijn zoon, en o, ja: mijn zoon. Of dit laatste onder ironie valt of humor kan worden genoemd weet ik niet helemaal zeker, maar sarcasme is het in ieder geval niet. Overigens was die eerst horrorfilm (The Wind) nogal hilarisch – en de tweede eigenlijk een verkapte musical in plaats van het beloofde satirische drama (Vox Lux). Sowieso vind ik openen met een akelig realistische school shooting (terwijl de verduisterde zaal bomvol zat en ik ergens ingeklemd in het midden) toch echt wel even een horrormomentje. Maar alles is subjectief, zeg ik tenminste tegen mezelf als ik weer eens van iemand te horen krijg dat ik ‘toch tijd zat heb’, of ‘niet veel bijzonders te doen’.
Na die twee griezelfilms raakte ik in een engelstalig gesprek met een oostenrijkse leeftijdgenoot. Het is niet gebruikelijk een volstrekt onbekende tegen te spreken, ik weet het, but you got tot do, what you got tot do, ja toch? En mogelijk was het slechts een vertaal-dingetje hoor, dat weet je maar nooit als er overmoed – in dit geval door flirtgedrag – in het spel is. Maar een onverschrokken pleidooi voor sarcasme als communicatief toekomstideaal moest ik hoe dan ook meteen ontkrachten, dat spreekt voor zich.
Die liefdesfilm (Asako 1&2) de volgende dag had juist weer wat ironisch: een verloren jeugdliefde duikt opeens op, maar blijkt na al die tijd nog steeds bar weinig diepgang te hebben. Alle schepen zijn dan echter al rigoureus achter zich verbrand, zodat het ene verlangen naar vervulling uiteindelijk alleen maar wordt ingewisseld voor een ander knagend gemis. Helemaal goed komt het dus nooit. En dat is niet gemeen, zo is gewoon het leven.
Confucius wist het 5 eeuwen voor Christus al: ‘Iemands gevoel voor humor weerspiegelt zijn inzicht in het leven’ – en volgens mij zegt sarcasme vooral iets over iemands heimelijke sjacherijn.
Toen het vorige maand dan eindelijk lukte een avondje uit in te plannen stond er ineens een andere chef-kok in de keuken van Mevrouw Meijer. En dat niet alleen: meneer Meijer bleek de boel nèt van de hand te hebben gedaan – slik. De verzekering dat ‘alles verder hetzelfde zou blijven’ ging diezelfde avond meteen al onderuit: alles zag er inderdaad nog precies zo no nonsense uit als ik me herinnerde en we hebben ook heus weer heerlijk gegeten, ik voelde me er alleen helemaal niet meer zo thuis. Zelfs het amicale familiegezelschap naast ons kon niet verhinderen dat ik de hele tijd het gevoel bleef houden bij iemands preutse peettante op bezoek te zijn. Zo een die met haar blik zowel afkeur als welwillendheid weet uit te drukken. Die quasi toevallig nèt wegloopt als je een keus hebt kunnen maken en wilt bestellen, en wiens wijnadvies eruit bestaat haar keus meteen maar voor je in te schenken. Het was kortom bij lange na niet meer zo ongedwongen en ontspannen in mijn favoriete restaurant. En dat doet toch iets met je smaakpapillen.
Op zoek naar een nieuwe ‘alle 13 goed’-eetstek reserveerde ik deze keer iets in het Scheepvaartkwartier waarvan ik jaren terug voor mijn verjaardag een tegoedbon kreeg. Meneer Meijer zou daar kennelijk ook graag eten, dus veel kon er niet misgaan – zolang ze in de tussentijd niet ook waren overgenomen dan, grapten we nog quasi sarcastisch. De locatie kon ik blind vinden. En een krijtbord in de entree heette me bekend ogend welkom – maar eenmaal binnen leek er ondertussen toch flink te zijn verbouwd. Dat klopte: de boel was onlangs overgenomen (oei…) en helemaal gerenoveerd. Dat mijn reservering nergens was te vinden gaf niets, er was nog plek! 4 Linda lookalikes bij het raam met gelikt uitzicht maakten luidruchtig foto’s van zichzelf en om op adem te komen bestelde ik alvast maar een grote fles water, terwijl ik uit de zwierige letters in spiegelbeeld het beoogde ‘Zinc’ probeerde te ontcijferen. Toen dat echt geen doen bleek sms’te ik inmiddels bijna wanhopig: waar blijf je? – maar eigenlijk wilde ik het liefst weg.
Mijn verjaardagswens werd vrijwel onmiddellijk verhoord. Er werd – de uiterst beleefde ober die me mijn niet meer zo trendy jas zonder morren teruggaf raadde het in één keer goed – een stukje verderop, om de hoek, al een poosje op mij gewacht. Die avond proefden we op stoeltjes die ik zelf als student ook ooit bezat van heerlijke, eerlijke kost waarbij je je vingers en bord wilt aflikken en dat gerust ook kunt doen. De eigenaar had recentelijk zijn broer uitgekocht. Zij hadden de zaak ooit samen van hun ouders overgenomen. Die hebben nu een vislokaal op de Kaap. Maar eerst zaten ze om de hoek, even verderop, toen het daar nog Z&M heette. Met de Z van Zinc – dus heel ver zat ik er niet naast.