Tag Archives: oorlogskreten

mevrouw Lelie en de gulle soldaat

30 mrt

Voor het schap waar wij moeten zijn staat een groep jonge jongens drukte te maken alsof ze net school uitlopen. En zodra iemand mijn zoons rolstoel opmerkt wordt er zelfs geduwd en getrokken. Elkaar overtroevend in de hele wereld erop attent maken aan de kant te moeten. Ruimte te maken. Uit te kijken waar je loopt. Ik zei het eerder. Nee ik. Ga nou we-heg.

Rolstoeler zelf geeft ze allemaal een gulle lach. Die lijkt zich prima op z’n gemak te voelen met hun onontkoombare aanwezigheid. Die glimt als er van alle kanten contact met hem wordt gemaakt. Op ooghoogte. In woord én gebaar. Hartverwarmend.

Dat hij ‘soldaat’ wordt genoemd vind ik dan weer lastig. Maar ik snap de intentie. Soldaat zijn symboliseert gewoon dat je ergens bijhoort. Dat je er toe doet. Dat je er mag zijn. En dat is mooi.

Bij de bloemist krijg ik korting op een bos ruikers – alweer. Alweer? Ja toch. U bent mevrouw Lelie.

Temporary Museum of Random Art, volume 2 – Rotterdam (2013) – copyright Eletta van der Meer 

Mannelijk gebrul

30 apr

Zoonlief meent dat ik kan heksen. Niet zozeer vanwege mijn kookkunsten of de huismiddeltjes die ik brouw om ons allebei zo optimaal mogelijk te laten functioneren, maar meer in de zin van op meerdere plaatsen tegelijk kunnen zijn. Dus zowel hier zijn luier verschonen, als daar hup-hup een cd’tje wisselen. Nu. (Nee, niet die!) Het is hem vergeven, hij weet niet beter. Zo gaat het tenslotte al 31 jaar: zijn hele leven. Ik doe alles. Hij doet pogingen me daarin te sturen. Anders is het bij kerels van zijn leeftijd die zich er heel goed van bewust zijn dat ik, bijna bejaarde van het zwakkere geslacht, ze op zowat alle facetten van het leven wel met verve overtref en dat bikkelharde feit niet kunnen verdragen. Dat ik meer ballen heb dan zij ooit kunnen dragen maakt deze types vals en vijandig. Ook zij proberen me aan hun wil te onderwerpen, maar dan vanuit een heel andere motivatie. Daar kunnen ze niets aan doen, het is gewoon een ongelukkige combinatie van biologische factoren en aangeboren karaktertrekken. Flessenkinderen vaak: gewend aan instant satisfaction. Zo van: ik wil jou de baas zijn. Nu. Buigen zal je, slet – of hoer, of, tja: lelijke ouwe heks. Maar dan stiekem, stilletje gedacht. Nooit hardop uitgesproken.

Nee, dan mijn zoon. Die heeft de looks van zijn mediterrane vader en de vechtlust van zijn moeder. Welke fortuinlijke combinatie hem al meermaals het leven redde. Of anders toch het besef dat er veel van hem wordt gehouden. Belangeloos en onvoorwaardelijk. Dat laatste geeft hem dan weer het zelfvertrouwen om best vaak ‘zeer aanwezig’ te zijn. Nou kan niet iedereen die luide communicatiepogingen van hem waarderen, maar dat is alleen maar logisch. We houden tenslotte ook niet allemaal van harde techno- of allemaal van softe soulmuziek. Zijn vaste chauffeur heeft bijvoorbeeld graag een Hindoestaanse zender op staan. Van hem leerde ik dat iets dat in vrouwenoren klinkt als een vijandige aanval of een oorlogsverklaring, eigenlijk niet veel meer is dan mannelijk gebrul.